De Utrechtse Studenten Cantorij zingt o.l.v. Fokko Oldenhuis een cultureel divers programma met Iraanse en Nederlandse koormuziek. De samenkomst van deze twee werelden zal klinken in werken van o.a. Ton de Leeuw, Aftab Darvishi en Gerard Beljon. Kom luisteren en laat u verrassen!

Dit concert valt onder de serie ‘Pieterskerkconcerten’. Klik hier voor kaarten en meer informatie.

Programma

Muzikale ontmoeting

Het programma Mirage (FR: luchtspiegeling) is een ontmoeting tussen de westerse en oosterse muziektraditie. Op het eerste gezicht lijken deze ver van elkaar verwijderd, maar juist de combinatie van beide culturen geeft een nieuwe werkelijkheid, zoals bij een luchtspiegeling in de woestijn (‘Fata morgana in the Gobi Desert’ Se Enkhyabar, titelstuk). Mirage is een indrukwekkend, cultureel divers programma vol muzikale verrassingen.

Bij de Utrechtse Studenten Cantorij staat zowel het respect voor traditie als de hang naar avontuur centraal in de programmering. Composities van de grootste Nederlandse componisten uit de 20e eeuw als Ton de Leeuw en Robert Heppener worden in dit programma samengebracht met nieuw werk van Iraanse componisten. Zo werd de muziek van Ton de Leeuw (1929-1996) beïnvloed door zijn bewondering voor de oosterse muziek, terwijl het werk van de jonge Iraanse componiste Aftab Darvishi (1987) vanuit de oosterse traditie in muzikale, westerse vorm gestalte krijgt. 

Opdrachtcompositie Beljon

Componist Gerard Beljon, ook bekend van ‘Planctus Cygni’ (2018) uitgevoerd door o.a. Cappella Amsterdam, schreef de opdrachtcompositie ‘Te deum/Min al acmaaq’ (2022). “Ik probeer muziek te schrijven die verschillende culturen met elkaar verbindt en niet tegen elkaar afzet,” vertelt Beljon. In de compositie klinkt gregoriaans – dat zijn wortels heeft in de oosterse muziek – met middeleeuwse koorzang en Arabische zang. De integratie van deze elementen leidt tot een boeiend, polyfoon koorwerk. 

Gevonden manuscript

Een verrassing in het programma is de onlangs ontdekte ‘Etude voor koor’ van Robert Heppener (1925-2009). Dirigent Fokko Oldenhuis vond het manuscript in het nalatenschap van dirigent Bruno Reve, die overleed in 2020. Het werk werd nog nooit uitgevoerd en is een wereldpremière. Het betreft een korte kooretude; waarschijnlijk geschreven in het begin van de jaren 70 als een voorstudie van Heppeners ‘Del iubio del core’ (1974).